De overheid als
pechdemper

...

...

Als ‘correspondent ontcijferen’ voor De Correspondent schrijft econometrist Sanne Blauw regelmatig over geluk en geluksdata. Volgens haar is het Bruto Binnenlands Product (BBP) wellicht niet de beste indicator voor geluk.
Het kappen van bomen: dat draagt misschien als economische activiteit bij aan het BBP, maar zegt niet per se iets over het welzijn van mensen. ‘Hetzelfde geldt voor de slotenmaker die zijn klandizie ziet toenemen na een inbraakgolf. Dat is een voorbeeld van economische activiteit, maar niemand zal zeggen dat het welzijn is toegenomen. Aan de andere kant worden veel geluksverhogende zaken als mantelzorg of kennisvermeerdering dan weer niet meegenomen in de berekening van het BBP. Denk maar aan Wikipedia: een steeds grotere bron van kennis, zonder dat daar een economisch prijskaartje aan hangt.’ Wikipedia wordt volledig beheerd door vrijwilligers. 
Luchtvervuiling en huwelijksgeluk 
Het BBP wordt kortom ten onrechte gebruikt als een maatstaf voor het meten van het welzijn van een land, zegt Blauw. ‘Het BBP is een maatstaf voor de productiviteit van een land. Niet meer, niet minder. Iemand als Robert Kennedy wees hier in 1968 al op. In een prachtige speech betoogde hij dat het BBP enerzijds veel zaken niet bevat die wel degelijk aan ons welzijn bijdragen. Hij noemde de schoonheid van poëzie, huwelijksgeluk of de integriteit van overheidsdienaren. Anderzijds – zei hij – omvat het BBP wél allerlei schadelijke zaken. Denk aan luchtvervuiling, reclame voor sigaretten en de productie van kernraketten. Het BBP mat volgens Kennedy 'alles, kortom, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt.’ 

Sociale contacten, plezier en status zorgen voor geluksniveau

Subtitle
Bloeiend leven 
De woorden van Kennedy hebben, bijna vijftig jaar later, nog niets aan zeggingskracht ingeboet. Het BBP is nog steeds geen alomvattende maatstaf voor welzijn, en kan dat ook niet worden. ‘Als samenleving moeten we dan ook op zoek naar een alternatief of – beter – een aanvullend instrument. Het meten van geluk zou zo’n instrument kunnen zijn.’ Maar dan moeten we volgens Blauw eerst de vraag beantwoorden wat dat eigenlijk ís, geluk. De Engelse filosoof Jeremy Bentham definieerde geluk als het ‘verschil tussen genot en pijn’. In de zienswijze van Bentham is geluk het netto genot dat overblijft. Een andere visie op geluk is die van Aristoteles. Eeuwen voor Bentham definieerde hij geluk als een ‘bloeiend leven’, waarbij geluk voortvloeit uit verstandige en deugdelijke keuzes.
Subtitle

Vier geluksfactoren
 
Maar waaruit bestaat dat bloeiende leven dan precies? Welke keuzes en welke factoren zijn belangrijk voor ons geluk in de hedendaagse maatschappij? Blauw onderscheidt – in lijn met Layard – vier factoren die het geluksgevoel van mensen bepalen. ‘Werk is een belangrijke bron van geluk. Dat gaat veel verder dan het inkomen dat je ermee genereert: een baan zorgt ook voor sociale contacten, plezier en status. Allemaal zaken die mensen gelukkig maken. Werklozen zijn niet voor niets structureel ongelukkiger dan mensen mét baan. Afgezien van werk zijn ook sociale contacten – met familie en vrienden – een belangrijke geluksveroorzaker. Tot slot zijn ook een goede gezondheid en een voldoende inkomen belangrijke voorwaardes voor geluk.’
 
...
‘Geen geluksmachine’ 
Tot voor kort speelde geluk nauwelijks een rol in de Nederlandse politiek, constateert Blauw. Maar in het najaar van 2015 ging de commissie 'Breed welvaartsbegrip' van start, die zal kijken naar alternatieve benaderingen van welvaart. Geluk zal daar waarschijnlijk ook aan bod komen. Al zal de premier daar niet om staan te springen. Minister-president Mark Rutte zei in een interview uit 2008 al een keer dat de staat geen ‘geluksmachine’ is die ‘mensen hun hele leven uit handen neemt’.     

Buitenlandse regeringsleiders als David Cameron en Angela Merkel vinden dat geluk meer aandacht zou moeten krijgen in het overheidsbeleid. En voormalig Europees Voorzitter Herman van Rompuy stuurde het World Book of Happiness aan alle wereldleiders, met het verzoek geluk op hun politieke agenda te zetten. 

De overheid: geluksmachine of pechdemper
...

Vijf versnellingen 
Wat zou de overheid wél kunnen doen om het geluk in een land te bevorderen? Blauw onderscheidt – in oplopende mate van ‘bemoeienis’ – vijf geluksbevorderende ‘versnellingen’ die de overheid zou kunnen hanteren:
1. Meten. Hoe is het gesteld met het geluksgevoel van de Nederlander?
2. Informeren. De staat deelt informatie over het leiden van een gelukkig leven.
3. Faciliteren. De staat schept de juiste randvoorwaarden voor gelukkige burgers bijvoorbeeld door te zorgen voor een goede gezondheidszorg en door werkloosheid actief te bestrijden.
4. Duwen. De overheid legt niks op, maar geeft de burger wel een duwtje in de ‘juiste richting’ via een zogenoemde nudge.
5. Dwingen. Dit lijkt nog het meeste op Ruttes 'geluksmachine': een staat die ongewenst, geluksverminderend gedrag bestraft of verbiedt.
Subtitle

Actief bestrijden 
Waar Blauws eigen voorkeur naar uitgaat? Faciliteren biedt volgens haar de meest reële kans op een gelukkige burger, denkt ze. ‘De Nederlandse geluksmachine staat al een tijd te loeien in de derde versnelling: de overheid speelde een belangrijke rol bij het realiseren van de omstandigheden die leiden tot het hoge gemiddelde geluksniveau van de Nederlander. Tegelijkertijd zien we ook dat niet álle groepen even gelukkig zijn. Vaak is ongeluk te wijten aan simpele pech: mensen zijn ziek geworden, of ze verloren hun baan. Voor deze groepen zou de overheid niet zozeer als geluksmachine, maar geïnspireerd op Pieter Hilhorst als “pechdemper“ moeten optreden: door actief typische ongeluksfactoren als armoede, werkloosheid, een slechte gezondheid en eenzaamheid te bestrijden.’ Tegelijkertijd kunnen andere versnellingen bijdragen aan de preventie van ongeluk, denkt Blauw: ‘Lesprogramma's op scholen kunnen bijvoorbeeld depressies voorkomen, en nudging helpt mensen gezonder te leven.’
Subtitle


Zingeving
 
Bij dit alles moeten we cijfers en metingen vooral niet té belangrijk maken, benadrukt Blauw. ‘Sommige geluksonderzoekers willen de geluksmachine op volle toeren laten draaien. Zij stellen een “gelukspolitiek“ voor, waarin geluk het enige doel is van de beleidsmakers. Nu er steeds meer en steeds betere geluksdata voorhanden zijn, dichten voorstanders van gelukspolitiek die cijfers een centrale rol toe. In plaats van voor burgers te bedenken wat goed voor ze is, kunnen politici naar analyses van geluksdata kijken om te zien wat daadwerkelijk gelukkig maakt. Tegelijkertijd is het goed om te beseffen dat cijfers eenvoudig te manipuleren en dat er grenzen zijn aan wat we kunnen meten. Zo missen geluksmaatstaven vaak nog aspecten die met zingeving te maken hebben.’
 
Subtitle
Blijf nadenken 
Aan de muur van Albert Einsteins kantoor op Princeton hing naar verluid de volgende spreuk: ‘Niet alles wat telt kan geteld worden en niet alles wat geteld kan worden telt’. Laten we dat vooral goed onthouden, zegt Blauw. ‘Want meten vereist vooral dat we oog hebben voor de context. Dat we getallen aanvullen met verhalen en vooral: dat we goed blijven nadenken.’  
Subtitle

Sanne Blauw is econometrist en correspondent ‘Ontcijferen’ voor De Correspondent. Zij promoveerde onlangs aan het Tinbergen Instituut  van de Erasmus School of Economics. In haar proefschrift Well-to-do or doing well? Empirical studies of wellbeing and development onderzocht ze geluk, inkomens-ongelijkheid en vertrouwen. 

Terug naar de longread