‘Geothermie,
what else?’

...

...

Nederland mag dan wel een klein landje zijn, maar het kan wereldwijd een grote rol spelen in de energieopgave. Met de nadruk op ‘kan’, want eerst moet het besef nog tot ons doordringen dat er écht iets moet gebeuren. Niet morgen, maar vandaag. Nú! Maar de vraag is: hoe? 

De Nederlandse energievraag bestaat voor zeventig procent uit de warmtebehoefte van woningen, bedrijven, de glastuinbouw en industrie. Voor het opwekken van deze warmte gebruiken we voornamelijk aardgas. En als we daarmee doorgaan, zijn we binnen twintig jaar volledig aangewezen op de import van aardgas. Totale afhankelijkheid van landen als Rusland. Willen we dat? Nee. Doen we genoeg om dit te voorkomen? Ook nee. Het gevoel van urgentie is simpelweg nog niet aanwezig. Maar de tijd is op. We moeten de stap maken van fossiel naar niet-fossiel. Marco Vermeulen biedt een wenkend perspectief, waarbij 'centrale regie' en 'geothermie' de sleutelwoorden zijn.

 

AFC Nieuw Prinsenland
Als het over de energietransitie gaat, lopen we achter de feiten aan. Verloren tijd en energie inhalen gaat niet, meerdere opgaven tegelijk oppakken wél. ‘Dat is de kracht van het denken in circulariteit’, zegt Vermeulen. ‘Dat deden wij bijvoorbeeld voor het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland te Dinteloord: een projectlocatie voor glastuinbouw en bedrijvigheid van 600 hectare, inclusief het fabrieksterrein en de vloeivelden van de Suiker Unie. De opgave was te zorgen voor een landschappelijke inpassing van het AFC, maar het kwam tot veel meer.’

De kracht van het denken in circulariteit is dat je meerdere opgaven tegelijk oppakt 


Vermeulen: ‘We ontdekten bijvoorbeeld dat De Suiker Unie een grote hoeveelheid organisch restmateriaal produceert. Een biovergister zet dit “afval” inmiddels om in biogas, waarmee de omliggende glastuinbouw de kassen kan verwarmen. Daarnaast bestaat een enorme reststroom aan bietengrond. Wij kwamen op het idee om hiermee de gietwaterbassins te construeren en deze vervolgens aan de randen van het gebied te positioneren. Op de vruchtbare bietengrond groeien gebiedseigen grassen en kruiden, wat bijdraagt aan de landschappelijke inpassing. Het resultaat is een sculpturaal vormgegeven groen manchet, dat de overgang tussen de bedrijfshallen en kassen en het West-Brabantse landschap verzacht.’

 

Inkt van de toekomst
Ander bijzonder detail: voor het nieuwe gasontvangststation van het AFC ontwierp Studio Marco Vermeulen ’s werelds eerste gevel van biocomposiet. ‘Hét bewijs dat we met organisch materiaal hoogwaardige bouwmaterialen kunnen maken. Op de gevel staat de chemische formule van aardgas (met de c’tjes, h’tjes en n’etjes), maar hij is gemaakt van biohars en hennepvezel. We hebben dus 'fossiel' geschreven met de inkt van de toekomst en daarmee expressie gegeven aan de transitie die hier plaatsvindt.’


 

Biobased economy
Het biobased gastontvangststation brengt een gevoel van trots teweeg in het gebied. ‘Dat helpt bij het aanzwengelen van nieuwe circulaire initiatieven’, gelooft Vermeulen. ‘West-Brabant kan een voortrekkersrol vervullen in de biobased economy. De regio bestaat uit land- en tuinbouw en een kennisintensieve petrochemische industrie: sectoren die van onschatbare waarde zijn voor elkaar. De petrochemische industrie is bijvoorbeeld op zoek naar nieuwe grondstoffen en de landbouw naar nieuwe verdienmodellen, waardoor samenwerking mogelijk is.’

West-Brabant kan een voorloper zijn in de biobased economy

 

Maar er bestaan ook factoren die een biobased economy bemoeilijken. ‘Om in West-Brabant de transitie te maken van fossiel naar biobased is bijvoorbeeld veel aanvullende energie nodig. Bij bioraffinage komt, in tegenstelling tot bij aardolieraffinage, namelijk minder energie vrij. Die energie moeten we dus uit andere bronnen halen. Maar omgekeerd biedt de transitie naar een biobased economy ook kansen voor de energietransitie. De reststromen biomassa die overblijven na verwerking, kunnen we opslaan en beschikbaar houden voor de energieproductie middels vergisting of verbranding. Hiermee vormt het een constante bron van energie en daarmee een belangrijk onderdeel van een betrouwbare duurzame energievoorziening.’


Centrale regie
Naast de huidige energieopgaven ontstaan dus telkens weer aanvullende opgaven. Volgens Vermeulen is daar weinig aandacht voor. ‘De energietransitie is een nationale opgave: te groot en complex om decentraal op te pakken. De transitie van fossiel naar duurzaam blijft nu slechts een vage ambitie. Binnen de bestuurstermijnen is voornamelijk ruimte voor symboolprojecten. De Rijksoverheid legt de verantwoordelijkheid bij provincies neer, de provincies bij gemeenten en gemeenten bij burgers. Geen mens weet meer waar hij aan toe is, waardoor initiatieven van onderop elkaar ook nog eens gaan tegenwerken. Het overzicht is compleet weg. Er is behoefte aan centrale regie.’

 

De energietransitie is een nationale opgave: te groot en complex om decentraal aan te pakken 

Dat de nationale overheid veel kan bereiken, blijkt onder meer uit het Deltaplan. Vermeulen weet daarom zeker: voor de energietransitie is een modern ‘Deltaplan’ nodig. ‘Nu komt elke gemeente met een eigen plan voor energieneutraliteit, maar er is behoefte aan een landelijke visie. Een wervend perspectief dat kansen creëert en richting geeft aan initiatieven van onderop. Laten we de verschillende krachten van Nederland op het gebied van duurzame energie optimaal benutten en een nieuw energielandschap creëren om trots op te zijn.’


 

Uitblinken in ...
Volgens Vermeulen bestaat er maar één echte oplossing voor de Nederlandse energieopgave. ‘Geothermie, what else? Denemarken bezit een pionierspositie op het gebied van windenergie en Duitsland excelleert in zonne-energie, maar Nederland kan uitblinken in geothermische energie (aardwarmte). Mensen denken bij energieneutraliteit vooral aan elektriciteit, terwijl zeventig procent van de totale energieopgave over warmte gaat. En dan met name over industriële warmte.’

Zeventig procent van de energieopgave gaat over warmte

 

Van restwarmte naar geothermie
Vermeulen vervolgt: ‘Om de aardgasbehoefte te verminderen, moeten we allereerst restwarmte vanuit de industrie, elektriciteitscentrales en afvalverwerkingscentrales beter gaan benutten. Het is bijvoorbeeld mogelijk om deze warmte via warmteleidingen en warmtenetten naar steden en glastuingebieden te leiden. Verder bestaat in Zuid-Holland het plan voor een grootschalige warmterotonde, waarmee de haven, het Westland en omringende steden warmte kunnen uitwisselen. Maar met restwarmte alleen komen we nog niet van het gas af. Restwarmte is eigenlijk een soort kickstarter om uiteindelijk naar geothermie, de echte klapper, te kunnen omschakelen. Gelukkig is de infrastructuur die we nu aanleggen voor restwarmte straks ook bruikbaar voor geothermie.’


Collectief systeem
Er is behoefte aan perspectief, blijkt uit de woorden van Vermeulen. ‘Aan de meest rendabele, duurzame en interessante richting: een collectief netwerk op basis van restwarmte en geothermie. Duurzame warmte moet geen optie meer zijn, maar een nutsvoorziening. De overheid moet zorgen voor de aanleg van dit ‘open’ netwerk, waarop meerdere partijen duurzame warmte mogen aanbieden. Zo snel mogelijk. We doen momenteel allemaal ons eigen dingetje, fröbelen maar wat aan met warmtepompen of zonneboilers. Goedbedoeld, maar het bemoeilijkt de implementatie van een collectief systeem. Straks heeft slechts de helft van de straat nog interesse om zich aan te sluiten op een collectief netwerk, waardoor de benodigde infrastructuur er minder snel komt. Burgers kunnen de energieopgave niet zelfstandig oplossen. Zelfs als álle Nederlanders hun huishouden zouden vergroenen, ontbreekt er nog een oplossing voor de industrie, glastuinbouw en mobiliteit.’

Duurzame warmte moet geen optie meer zijn, maar een nutsvoorziening  

 

Landelijk duurzaam warmtenetwerk
Een collectief warmtenetwerk op basis van restwarmte en geothermie aanleggen is volgens Vermeulen het beste antwoord op de energieopgave. ‘De kansen voor geothermie zijn vooral aanwezig in Zuid-Holland en de noordelijke provincies, waar warm water eenvoudig is op te pompen. Deze potentie heeft te maken met de doorlaatbaarheid van bepaalde aardlagen. Vanuit deze gebieden is het vervolgens mogelijk om een groot deel van ons land, waaronder Brabant, in de energiebehoefte te voorzien. Andere grote voordelen van geothermie: de zichtbare ruimtelijke impact is minimaal en er bestaat geen concurrentie met ander vormen van landgebruik, zoals voedselproductie. Geothermie levert, in tegenstelling tot bijvoorbeeld windenergie en zonne-akkers, minder maatschappelijke weerstand op en maakt grootschalige implementatie mogelijk. Met behulp van “regional smart thermal grids” (intelligente warmtenetten) en goed geïsoleerde buisleidingen kan uiteindelijk een robuust warmtenetwerk voor heel Nederland ontstaan. Laten we ons daarvoor inzetten.’


Studio Marco Vermeulen, gevestigd aan de Maas in Rotterdam, is een ontwerpbureau voor architectuur, stedenbouw, landschap en onderzoek. De studio richt zich veelal op ruimtelijke en maatschappelijk relevante opgaven. Bij de meeste projecten staat het sluiten van kringlopen op het gebied van water, energie en grondstoffen centraal. In Noord-Brabant is de studio betrokken bij AFC Nieuw Prinsenland, Logistiek Park Moerdijk, Agro As de Peel en de Zuiderwaterlinie. De studio is ook verantwoordelijk voor de transformatie van het Biesbosch Museum.

Bekijk het werk van Studio Marco Vermeulen viawww.marcovermeulen.nl of de video ‘Rotterdam Metabolists’.


Terug naar de longread