‘het rijk moet
de leiding nemen’

...

...

Subtitle
Laetitia Ouillet, directeur Energie aan de TU Eindhoven 
– geboren en getogen in Frankrijk, gestudeerd in Engeland, werkzaam in Nederland – meent dat in het debat over de transitie naar duurzame energie de verkeerde vragen de boventoon voeren. Zijn burgers geïnteresseerd in ‘vraaggestuurd leveren’ – bijvoorbeeld stroom krijgen als je de wasmachine aanzet? Kopen mensen dergelijke producten? Zijn mensen bereid hun gedrag aan te passen? Irrelevant, aldus Ouillet. ‘De technologische innovatie gaat zo hard, dat mensen straks ongemerkt bijdragen aan de energietransitie omdat hun apparaten zelf aanbod en vraag op elkaar afstemmen.’ 

Subtitle
Ouillet kan het weten want sinds deze zomer is ze directeur van Strategic Area Energy, een onderzoeksveld waarbinnen 300 medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven werken aan nieuwe vormen van energiewinning en -besparing, met specifieke aandacht voor industriële grootverbruikers. Hoe kunnen productieprocessen efficiënter worden ingericht? Is elektrificatie denkbaar? Wat levert het ‘slim meten’ van het verbruik op? Het gaat enorm hard, vertelt Ouillet op haar werkkamer op de Eindhovense campus. ‘Het is voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar, maar we doen hier geweldige vondsten, zoals het opslaan van elektriciteit in metaal. Dat is een doorbraak in het vraagstuk rondom de opslag en het transport van uit zonne-energie opgewekte elektriciteit.’  
Subtitle
Hoe serieus nemen we de afspraken uit het Parijse klimaatakkoord?
Subtitle
Subtitle
Weeffouten
Op enig moment buigt Laetitia Ouillet voorover. ‘Er is eigenlijk maar een vraag van belang: hoe serieus nemen we de afspraken uit het Parijse klimaatakkoord?’ Ze opent haar laptop en start een voorlichtingsfilmpje van de rijksoverheid. 


Een voice-over zegt: ‘Het is nu tijd om over te stappen op gas, want gas is schoon.’ Ook een transitie, begint Ouillet. ‘Namelijk van kolen naar gas. Zou de overheid vandaag de dag een spotje maken om ons ervan te overtuigen over te stappen naar hernieuwbare energiebronnen?’
Subtitle

Daarmee komt het gesprek op het grootste struikelblok in de transitie naar schone energie: de afwachtende houding van de Nederlandse overheid. ‘Een koerswijziging en harde besluiten blijven uit omdat we moeilijk los kunnen komen van fossiele brandstoffen – de petrochemische industrie bijvoorbeeld is gewoonweg te belangrijk voor de economie. Daarnaast kijkt het Rijk vooral naar anderen. De decentralisatiegolf houdt ook de energiewereld in zijn greep.’

Door gebrek aan sturing en regie rommelen we op decentraal niveau maar wat aan, stelt Ouillet. Ze zucht: ‘Terwijl de wereld in de ban is van ‘Parijs’ bouwen wij nog steeds nieuwbouwwoningen met een gasaansluiting. Als we al zonnepanelen plaatsen, is dat alleen om aan de norm te voldoen.’ Het systeem is doordrenkt van weeffouten, zo blijkt uit de voorbeelden die Ouillet op tafel legt. Een aannemer kan met tien panelen een woning zelfvoorzienend maken. Toch plaatst hij er maar drie – zo voldoet ie wel aan de norm, terwijl die andere zeven hem niet op kosten jagen. Of het energiebedrijf dat wil investeren in een pijpleiding tussen een kolencentrale in de Rotterdamse haven en een nabij gelegen woonwijk om met restwarmte talloze woningen te verwarmen. Ouillet: ‘Zo’n bedrijf kijkt wel uit. Veel is onzeker – wat als de overheid over twee jaar wel besluit tot het sluiten van kolencentrales?’
 
Subtitle
Wie doet er mee? 
In haar eigen wijk in Utrecht zag Ouillet met lede ogen aan hoe de nieuwbouw van dure koophuizen gepaard ging met klassieke gasaansluitingen. ‘Dat geloof je toch niet? Als het vanuit financieel oogpunt ergens lukt om woningen energieneutraal te maken, dan is het wel in dit segment van kopers die veel te besteden hebben. Op een aankoopprijs van zeven ton is een extra investering van tien- tot twintigduizend euro voor zonnepanelen en warmtepompen een schijntje.’  
Subtitle

Dat het te weinig gebeurt komt omdat bij nieuwbouwprojecten, maar ook bij het aanpassen van de bestaande voorraad enorm veel partijen betrokken zijn. En die communiceren volgens Ouillet nauwelijks. In haar tijd bij energiebedrijf Eneco bedacht ze met enkele collega’s de ‘infrastructurele footprint’. In dit model worden gegevens over de bebouwde omgeving, het energieverbruik en de ouderdom van de ondergrondse infrastructuur aan elkaar gekoppeld. Zo kan per buurt het maatschappelijke optimum bepaald worden. Het biedt alle betrokkenen – gemeente, corporatie, projectontwikkelaar, aannemer, netbeheerder, energiebedrijf, coöperatie – om los van individuele belangen gezamenlijk af te wegen welke maatregelen op welke plekken verstandig en efficiënt zijn.

 

Duurzame warmte moet geen optie meer zijn, maar een nutsvoorziening  

 



Subtitle

Ondanks deze strubbelingen op projectniveau eist Laetitia Ouillet dat de rijksoverheid de leiding neemt. ‘Zo van: dit is de koers die we varen, dit zijn onze verwachtingen.’ Een minister van energie en een klimaatwet, zoals onlangs voorgesteld door onder meer Shell (‘Die zijn dus al wel een stap verder!’), zijn een stap in de goede richting. In zo’n overkoepelende visie moeten dringende zaken op een rij worden gezet. Welke besluiten zijn op de lange termijn interessant en effectief? Zijn alle gekozen plekken logisch? Moet Nederland op Europees niveau fungeren als ‘energierotonde’? Tot slot moeten we doelbewust en planmatig afscheid nemen: van de fossiele aanvoer en het goedkope gas.
Subtitle


Bewustwording
Overigens betekent een sterke visie van het rijk niet dat de transitie van onderaf tegengewerkt moet worden. ‘Initiatieven van ontwikkelaars, particulieren, coöperaties en gemeenten krijgen door de duidelijkheid op rijksniveau juist een duw in de rug. Bovendien spelen ze op lokaal niveau een belangrijke rol in de bewustwording en de acceptatie bij burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers.’ Dit geldt ook voor de grote energiebedrijven, waarvan het beeld bestaat dat ze niet mee zouden willen in de omslag naar duurzame energie. Ouillet bestrijdt dat. ‘Ook zij hebben last van het gebrek aan visie. Zou jij investeren in een transitie als zoveel onduidelijk is?’ 

Laetitia Ouillet is directeur van de Strategic Area Energy van de Technische Universiteit Eindhoven. Hiervoor was ze directeur Corporate Strategie bij energiebedrijf Eneco. Ze studeerde Economie en Applied Economics aan de Franse Université Paris Dauphine en behaalde een postgraduaat Strategic Business Analysis en haar Master in European Environmental Regulation aan de Lancaster University in Engeland. 
Terug naar de longread